Als architect staat Maarten van Bremen al jaren ingeschreven in het Architectenregister. In mei van dit jaar koos hij voor het traject “inschrijving onder een andere titel”, waarbij een al ingeschrevene in het register een verzoek kan indienen om ook onder een tweede titel in het register te worden ingeschreven. Het betreft een horizontale doorstroming binnen het register op gelijk opleidingsniveau, waarvoor minimaal zeven jaar beroepservaring op het vakgebied van de andere titel is vereist. bni vroeg Maarten zijn visie te delen over het raakvlak tussen architectuur, stedenbouw en interieur en de multidisciplinaire insteek van GROUP A.
Mijn naam is Maarten van Bremen. Samen met Adam Visser en Folkert van Hagen heb ik een middelgroot architecten bureau in Rotterdam, GROUP A. In 2021 bestaan we 25 jaar! Ons bureau is heel divers. We houden ervan om elke dag met nieuwe dingen bezig te zijn, en om te leren. Dit voedt ons. Dat zie je aan de breedte van de portfolio maar ook aan de kennis en ervaring die we met processen en samenwerkingstrajecten hebben. Onze opdrachtgevers zijn hierdoor al even divers. Natuurlijk werken we met gemeenten, ontwikkelaars en Corporates maar ook met woningcorporaties en meer sociale instellingen. Altijd met de gebruiksfunctie en de gebruiker als uitgangspunt en einddoel.
Als partners zijn we door de jaren heen steeds aanvullender aan elkaar geworden. We zijn onze eigen fascinaties gaan volgen en uitbouwen. Voor mij ligt dat vooral op het vlak van monumenten, herbestemming, hergebruik, interieur of detail. En het liefst werk ik aan een combinatie hiervan. Het maakt dus niet uit of dat de renovatie van 16 stations op een metrolijn, een herbestemming van een vrij nieuw bankgebouw is, of een crematie faciliteit in een monumentale omgeving.
Hoe groot of klein de opdracht, of wat het programma ook is, er is altijd een link naar de stad of natuur. Dus naar een relatie met de context, en daarmee met routing, verbinding en beweging. Zo ook binnen een gebouw. Waar je rustige gebieden en zones voor ontmoeting inricht. Waar looplijnen en nabijheid een rol spelen. Net als in een goed werkend stuk stedenbouw. Zo kan je stedenbouw beter relateren aan een interieur opgave dan aan architectuur. Waar een gebouw meer een object kan zijn, een product als een stoel of balie of kast. Een object binnen een interieur.
Wat mij in het interieur ontwerp daarom zo aanspreekt is het ‘gebruiker specifieke’ en de mogelijkheid iets te kunnen bijdragen aan het dagelijkse beleven. Middels materialen en details kan je aan ‘ruimte’ en aan ‘routing’ echt iets toevoegen. Het onderbewuste ‘je prettig voelen’ en ‘archetypische logica’ kan je met de goede inrichting maken, en verder versterken, of juist breken. Dit is waarom ik naast de titel architect ook interieur architect wil zijn.
Het traject ‘inschrijving onder andere titel’ heb ik als prettig maar ook als pittig ervaren. Het is niet zomaar iets wat je allemaal moet kunnen aantonen. Aan de andere kant kan ik met zoveel enthousiasme verhalen vertellen over alle projecten waar we met heel veel liefde en plezier aan gewerkt hebben, dat ik daar juist weinig moeite voor hoefde te doen. Dat de procedure “inschrijving onder een andere titel” heet heb ik nooit begrepen. Het klinkt een beetje als ‘in plaats van’. Wellicht beter te om te hernoemen naar zoiets als ‘inschrijving voor een extra titel’?